Zeilend de zandplaat op.
Het is een eervol streven om bij het droogvallen zo weinig mogelijk gebruik te maken van de motor. Uit respect voor het wad en uit respect voor de koeling van je schroef of motor.
De boem is ho!-methode
Soms gaat het per ongeluk, je mist een ton of de geul ligt niet meer waar hij altijd lag en voor je het weet lig je stil op een zandbank. Als het vallend water is en de stroom je ook nog verder de ondiepte op brengt, heb je waarschijnlijk weinig keus en val je daar droog. Zolang de plek voldoet aan de eisen om droog te vallen is er niks aan de hand. En meestal gaat dat goed.
Vastvaren onder zeil
Mooier is het om het schip met iets meer controle zeilend aan de grond laten komen. Het is dan handig als je weet hoe het schip reageert op de wind en de stroom als het aan de grond komt. Een schip dat achter dieper steekt dan voor zal willen afvallen bij de eerste grondberoering. Dat is niet handig als je snelheid wilt minderen of zeilen wilt strijken. Probeer het de eerste keer met weinig wind!
Met welke snelheid?
Strijk ruim op tijd extra zeilen zoals de kluiver. Als de ondiepte nadert, neem je snelheid terug door grootzeil en fok te vieren. Je hebt dan minder last van ‘zuiging’. Door zuiging wordt je schip slecht bestuurbaar en dat wil je nu juist niet. Als je minder dan 50 cm water onder de kiel hebt, neem dan nog meer druk weg, zodat je schip uiteindelijk geen helling meer maakt. Vier fok en grootzeil gelijktijdig om langzaam te varen en toch bestuurbaar te blijven.
Gebruik ook nu weer de peilstok om samenstelling en reliëf van de bodem te verkennen. Je hebt dan al een indruk van de bodem, voordat je aan de grond loopt. Kies eventueel tijdig om een andere plek te kiezen. Dat is nu makkelijker dan wanneer het schip aan de grond ligt.
Zeilen strijken
Bij het eerste lichte contact met de zeebodem strijk je de fok en vaar je met een ‘knik in de schoot’ verder tot je vast ligt. Zet de grootschoot pas op het laatst door om in de wind te draaien. Wacht tot het schip goed vastligt (peilstok op de grond!) en strijk dan het grootzeil.
Het lukt niet altijd om in de wind te draaien. Het is dus belangrijk dat je je zeil ook op een halvewindse koers kunt strijken. Op de meeste platbodems lukt dat goed. Ze zijn er voor gemaakt!
Eerst voor anker
Lijkt het je allemaal te ingewikkeld, zorg dan dat je ruim op tijd ter plaatse bent om eerst te ankeren. Dat lukt altijd zonder motor.
Goede vaart.
Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.
Tekst Marianne van der Linden
Fotos: Heech by de Mar
Copyright Scheepswijs en Heech by de Mar B.V.