Stroomverzet herkennen

Als de stroom schuin van voren komt, ga je niet alleen langzamer, maar zal je schip bovendien op de stroom wegscheren oftewel je schip wordt ‘weggezet’. Zijwaartse verplaatsing door de wind noemen we ‘drift’ , de zijdelingse verplaatsing door de stroom heet ‘stroomverzet’.

Belang voor de navigatie

Stroomverzet vraagt om speciale aandacht van de navigator. Als je er niet op bedacht bent, raak je gemakkelijk je oriëntatie kwijt. Juist op plaatsen waar het hard stroomt wil je dat natuurlijk niet!

Oefen je oog

Ga er maar vanuit dat je stroomverzet aan je schip niet ‘voelt’. Stroomverzet kun je alleen herkennen als je je oriënteert op vaste punten, zoals een vuurtoren, het hoge duin op een eiland of een boei. Je kunt op drie manieren zien waar je werkelijk heen vaart:

1. Achtergrondpeiling

Kijk in de richting waar je schip volgens je eigen inschatting heen beweegt en kies een herkenbaar object (een ton of  staak is prima). Als dit punt ‘stilstaat’ ten opzichte van de achtergrond is dat de richting waar je schip heen beweegt. Deze peiling is erg betrouwbaar.

2. Voor én achter je kijken.

Als je van de ene ton naar de andere vaart kun je achter je kijken om te zien of je op de lijn tussen de twee tonnen blijft. Deze methode is minder nauwkeurig maar werkt wel goed als back-up bij twijfel. Of als de achtergrondpeiling onmogelijk is, door slecht zicht of weinig vaste punten.

3. Gps en kompas.

Er is nog een derde, meer technische manier om tijdens de navigatie het stroomverzet te herkennen. Van de GPS kun je de ‘koers over de grond’ (COG of TRACK) aflezen. Deze koers kun je peilen over het kompas. Dat toont je de richting waarin je werkelijk beweegt.
Het kompas moet hiervoor natuurlijk wel gecompenseerd zijn.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang een paar keer per jaar het laatste nieuws van Heech by de Mar!

Aanmelden nieuwsbrief