Met de Twaalfdenregel de tijd voor passage van een ondiepte berekenen
Eerder of later passeren
In de vorige vaartips hebben we met de HP33 en de getijcurve uitgerekend in welke tijd we het Fransche Gaatje kunnen passeren. Ik noemde toen een andere methode: de 'twaalfdenregel'. Dit is de meest ambachtelijke en onafhankelijke methode om uit te rekenen wanneer er genoeg water staat om een wantij of ondiepte te passeren.
Wat de twaalfden-regel helder maakt is de snelle stijging (of daling) van het water ‘halverwege het tij’.
Wat heb je nodig?
De twaalfdenregel komt uit de tijd dat je als schipper alleen maar een eenvoudige getijtafel aan boord had. Het enige wat je nodig hebt zijn de waterstanden en tijden van het hoogwater en het laagwater van de betreffende dag.
Sinusvorm getijcurve
Deze twaalfden-regel is een vuistregel die uitgaat van een bepaalde ‘voorspelbaarheid’ van het getij. De getijcurve is op elke dag en op elke plek op het Wad anders, maar toch is het altijd een golfbeweging die lijkt op een ‘sinus’.
Zes uur op - zes uur af
De twaalfden regel hakt de getijcurve in kleine stukjes van elk 1 uur. De tijdspanne tussen hoog- en laagwater wordt op 6 uur gesteld. Elk uur staat voor een bepaalde hoeveelheid water die erbij komt of verdwijnt.
Het verval
Hoeveel het water rijst of valt is afhankelijk van het totale ‘verval’. Het verval is het verschil in waterstand tussen HW en LW.
Als de waterstand (uit de getijtafel) met hoogwater 260 cm is en met laagwater 20 cm, dan is het verval 240 cm.
Eén twaalfde van het verval
Als je het verval deelt door 6 zou je voor elk uur evenveel rijzing of daling verwachten. Maar het eerste en het laatste uur is het de helft minder en het derde uur en vierde uur is het de helft meer. Daarom delen we het verval door 12...
Bij een verval 240 cm is 1/12 deel daarvan 20 cm.
Is het verval 180 cm dan kom je op 15 cm, enzovoort.
Als er een breuk uitkomt, rond dan gerust af op een heel getal. Het is tenslotte een vuistregel.
De twaalfdenregel
Hoe snel het water rijst of valt is afhankelijk van het tijdstip in het tij.
De twaalfdenregel ziet er als volgt uit:
- het eerste uur voor (of na) Hw stijgt (of daalt) de waterstand met 1/12 van het verval: 20 cm
- het tweede uur voor (of na) Hw stijgt (of daalt) de waterstand met 2/12 van het verval: 40 cm
- het derde uur voor (of na) Hw stijgt (of daalt) de waterstand met 3/12 van het verval: 60 cm
Tijpoort
Om de tijpoort te bepalen kun je de twaalfdenregel toepassen vanaf het tijdstip van Hoogwater. Per uur trek je de ‘twaalfden’ van de waterstand met Hoogwater af.
Als je droog wilt vallen kun je de regel gebruiken vanaf het tijdstip van Laagwater. De vuistregel is het meest betrouwbaar als je niet verder gaat dan 3 uur vanaf Hw of Lw.
De getijcurve wijkt af...
Aan de getijcurven van live.getij.nl hebben we al gezien dat de werkelijke curve niet zo symmetrisch en regelmatig is als de twaalfdenregel doet vermoeden. De getijcurve van Harlingen, bijvoorbeeld, toont dat het water sneller opkomt dan dat het valt. De twaalfden-regel is dus echt een vuistregel. In de dagelijkse praktijk is hij echter heel goed bruikbaar.
Afwijking van de waterstand
Ook bij deze methode moet de afwijking van de waterstand nog verrekend worden met de getijgegevens. De website live.getij.nl geeft de astronomische voorspelling, waar het weer nog zijn invloed op heeft. De getijcurve met de actuele waterstand is te vinden op: http://www.scheepswijs.nl/links/getijlinks.html
Goede Vaart!
Terug naar het overzicht Vaarcursus
Tekst: Marianne van der Linden
© ScheepsWijs Vaarcursussen
www.scheepswijs.nl