Hoe kies ik de precieze plek om droog te vallen?

Wat nog onzichtbaar is.

Bij het naderen van de plek om droog te vallen is de zeebodem nog verborgen onder water. Toch wil je weten waar je komt te liggen. De werkelijkheid kan heel anders zijn dan de kaart doet vermoeden. We zullen het dus zelf moeten ‘peilen’.

De peilstok vertelt…

Terwijl je rustig de plaat nadert, peil je regelmatig met de vaarboom.
Ik stel mijzelf altijd de volgende vragen:
- hoe snel wordt het ondieper?
- wat voor reliëf: is het vlak of juist onregelmatig?
- wat voor structuur heeft de bodem: hard zand, schelpen of zacht slik?

VAST? Rondom peilen!

Het is een goed gebruik om rondom te peilen zodra je vastzit. Je loopt over het schip en peilt aan bakboord en stuurboord, op het voorschip, midden en achter.

- Geen geultjes overbruggen

Voor de vroegere vrachtschepen, zoals klippers en tjalken, is het belangrijk dat de romp aan alle kanten gesteund is. Lig je op een ‘bobbel’ of over een ‘kuil’ en buigt de romp te ver door, dan springen de klinknagels je om de oren. Het minst erge is dat de deuren tijdelijk niet meer open of dicht gaan. Voor de vissersschepen (korter en breder), zoals Zeeschouwen en Schokkers is dat risico veel kleiner.

- Op een helling liggen

Kom je op een hellend stukje wad terecht dan zal je schip straks ook ‘onder helling’ liggen. Een verschil van 10 cm per meter breedte van je schip is nog acceptabel. Je kunt zelf kiezen of je de oncomfortabele helling voor lief neemt of een ander plekje zoekt.

- Roerblad vrijhouden

Bij het achterschip wil je graag iets meer water dan voor. Het roerblad blijft dan vrij van de grond. Het roer is kwetsbaar en niet bedoeld om je schip op te laten rusten. Op een vlakke zeebodem gaat het meestal goed.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang een paar keer per jaar het laatste nieuws van Heech by de Mar!

Aanmelden nieuwsbrief