Boeien zijn bommen
In de vorige vaartip kwam het oriënteren met kaart en kompas op stromend water zoals het Wad aan de orde. De betonning helpt ons daarbij te herkennen waar de geulen zijn, maar een ton of boei is ook een gevaarlijk obstakel!
De stroom kan je schip naar de ton zetten, het is belangrijk dat tijdig te herkennen. De tonnen zijn niet geschikt om mee te botsen. Vooral de lichtboeien zijn zeer massief en er is al vaker een schip op afgezonken.
Als zeiler ben je wel gewend aan de drift, het verlijeren door de wind. Maar op stromend water komt daar ook het ‘stroomverzet’ bij. De richting die ons schip ‘voorligt’, kan een andere zijn dan de richting waarin we werkelijk bewegen: de ‘koers over de grond’. Dat betekent soms dat een ton die we op het oog ruim vrijvaren op stromend water op je af komt alsof hij magnetisch is.
De stroom zet je schip weg, maar niet de ton, die ‘vaart’ als het ware naar je toe!
Het is dus belangrijk om je telkens af te vragen “Hoe stroomt het hier?” Zorg dat je weet waar je bent én weet hoe het ter plaatse stroomt!!
De stroom kan je schip naar de ton zetten, het is belangrijk dat tijdig te herkennen. De tonnen zijn niet geschikt om mee te botsen. Vooral de lichtboeien zijn zeer massief en er is al vaker een schip op afgezonken.
Als zeiler ben je wel gewend aan de drift, het verlijeren door de wind. Maar op stromend water komt daar ook het ‘stroomverzet’ bij. De richting die ons schip ‘voorligt’, kan een andere zijn dan de richting waarin we werkelijk bewegen: de ‘koers over de grond’. Dat betekent soms dat een ton die we op het oog ruim vrijvaren op stromend water op je af komt alsof hij magnetisch is.
De stroom zet je schip weg, maar niet de ton, die ‘vaart’ als het ware naar je toe!
Het is dus belangrijk om je telkens af te vragen “Hoe stroomt het hier?” Zorg dat je weet waar je bent én weet hoe het ter plaatse stroomt!!
Wat ziet je oog?
Het oog is wel te trainen, je hersens weten al hoe het werkt. Je hebt twee punten nodig die je referentie geven. Je maakt dan een ‘aanvaringspeiling’: als de ton stilstaat met de achtergrond, ga je ermee botsen. De achtergrond kan een andere ton zijn, een eiland of zelfs een wolk aan de horizon.
Dus bij het passeren van tonnen:
- Altijd weten hoe het stroomt
- Aanvaringspeiling maken
- Benedenstrooms passeren
- Ruim afstand houden
Benedenstrooms passeren is altijd veilig, ook als je de ton dan bovenwinds hebt. De stroom is meestal sterker dan de wind!
Goede vaart.
Terug naar de overzichtspagina van de vaarcursus.
Tekst Marianne van der Linden
Foto Martin Koekebakker
Copyright Scheepswijs en Heech by de Mar B.V.